Met alle publiciteit rond donorconceptie, de geheimhouding, de uitwassen, zou je wel eens een gevoel kunnen bekruipen: kan ik zelf zonder het te weten ook een donorkind zijn? Vooral als je nagaat dat 90% van de met een donor verwekte personen het niet weet…
Ben je geboren tussen 1950 en 2004, dan bestaat de mogelijkheid dat je bent verwekt met anoniem donorzaad. Is er een gemakkelijk manier om dat te ontdekken? Nee, eigenlijk niet.
Het staat nergens genoteerd, zoals bijvoorbeeld op je geboorteakte, er is geen register van donorkinderen en het zou goed kunnen dat niemand er wat van weet behalve je ouders.
De beste start is een open gesprek met je ouders. Hadden jullie moeite met zwanger worden voor mijn geboorte? Zijn jullie onder behandeling geweest van een gynaecoloog of fertiliteitsarts? Ben ik verwekt via IVF? Is mijn vader wel mijn vader?
Bij twijfel zou je aan je vader kunnen vragen of hij openstaat voor een DNA test, maar dat is meestal geen gemakkelijk gesprek. Het feit alleen al dat je twijfelt aan zijn vaderschap kan als een regelrechte belediging worden opgevat, van zijn mannelijkheid of van je moeders trouw. En van de manier waarop hij zijn vaderschap vormgeeft, want waarom twijfel je, waarom voel je afstand?
Gelukkig is er nu ook een andere route.
Als je meer wilt weten over je eigen afkomst kun je tegenwoordig DNA testen doen, die ca. 700.000 markers van jouw eigen DNA testen. Je krijgt dan een lijst met “matches”, dat zijn personen in diezelfde databank die met jou DNA gemeen hebben. In feite familie dus, want dat DNA komt van een gemeenschappelijke voorouder. Hoe hoger de match (qua hoeveelheid DNA) des te dichterbij de verwantschap is.
Zo’n test kun je doen zonder je vader of moeder. Soms is het wel handig om ook een broer of zus te testen, maar houd dan rekening met deze disclaimer: het doen van een DNA test kan onverwachte en mogelijk onwelkome uitslagen met zich meebrengen. Realiseer je dat goed en waarschuw eventuele anderen die je vraagt om te testen!
De gemakkelijkste en meest laagdrempelige route is het aanvragen van een test bij MyHeritage. Je krijgt dan een testkit met twee wattenstaafjes en twee buisjes en een retourenvelop. Je activeert de test online en via de mail krijg je bericht als je resultaten er zijn.
Hopelijk heb je ondertussen op MyHeritage een kleine stamboom gemaakt van je familie (gratis tot 250 personen). Zet daarin je voorouders tot en met je betovergrootouders en vul de stamboom aan met de broers en zussen en hun partners in iedere generatie. Zo kun je nagaan of een match in je stamboom te plaatsen is.
Welke matches zijn belangrijk?
Een match tussen 100 en 200 centimorgans kun je na enig uitzoekwerk waarschijnlijk in je stamboom zetten. Een match tussen 200 en 300 kan bijvoorbeeld een achterneef of achternicht zijn, dan is een van jullie grootouders broers/zussen. Een match boven de 300 centimorgans is heel interessant. Als ze geen boom hebben stuur ze dan een bericht en vraag wie hun grootouders zijn. Een match van bijv. 700 centimorgans kan een volle nicht of neef zijn.
Ben je donorkind dan zou je een match tussen ongeveer 1100 en 2100 centimorgans kunnen hebben met de benaming “halfzus” of “halfbroer”. Zeker als het er meer zijn, dan is dit een duidelijke aanwijzing.
Of je ziet allemaal andere achternamen bij hoge matches, die je niet kunt herleiden naar je eigen stamboom. Dat kan een red flag zijn, maar ook betekenen dat je vader of moeder geadopteerd is en je nu matches vindt naar hun biologische familie.
PS. Blijk je inderdaad een donorkind te zijn, dan staan er mensen voor je klaar met raad en daad bij Stichting Donorkind, ook op Facebook!