Update zoekactie Wilko

Op maandag 30 mei stond er een artikel in de Telegraaf (artikel binnenkort hier te lezen). In Zeeland werd meteen gereageerd door de PZC, de Provinciale Zeeuwse Courant, die het bericht in hun videonieuws van 10 uur ‘s ochtends plaatste op de website www.z2.nl (Zeeland in twee minuten). Op 31 mei verscheen dit artikel in de Provinciale Zeeuwse Courant.

In het avondnieuws van 22uur was Wilko iets uitgebreider te zien en kwam daarbij ook zelf aan het woord. Van het geheel maakt de PZC een filmpje voor op hun website:

Wilko zoekt zijn vader

Wilko’s vader weet niet dat hij een zoon heeft en Wilko weet niet hoe zijn vader heet. Daarom hebben we hulp nodig van zoveel mogelijk mensen die deze oproep verspreiden en ons tips geven!
Wilko weet twee dingen over zijn vader: dat hij uit Noord Brabant kwam en dat hij in 1967 in Cadzand kampeerde. Toen moet hij ongeveer 19-24 jaar geweest zijn. De man die we zoeken is dus een Brabander, die nu tussen de 62 en 68 jaar oud is. Kwam u in de jaren ’60 ook in Cadzand op Camping Welgelegen? Dan heeft u misschien de gouden tip in handen!
Bekijk hier een presentatie over de zoekactie, inclusief jeugdfoto’s van Wilko. Misschien lijkt hij heel erg op iemand die u kent? Laat het ons weten!

Wilko zelf zijn verhaal zien en horen vertellen?

Verliefd op je broer

Wat in bijgaand artikel wordt afgeschilderd als een curiositeit, is natuurlijk helemaal niet grappig!
De kans dat deze vrouw en man tijdens de drie maanden chatten verliefde gevoelens hebben ontwikkeld is groot. Nu ze elkaar hebben ontmoet is de klik misschien wel nog groter. En wat doe je dan met die gevoelens? Wegstoppen en de ander alleen nog maar als zus of broer zien? Je leven is opeens wel heel erg gecompliceerd!

Groei je samen met je broer of zus op, ken je je vader en je moeder al je hele leven, dan zullen normaal gesproken dit soort gevoelens geen kans krijgen. Maar wat, als je elkaar pas later voor het eerst ziet? Als je veel in de ander herkent van jezelf (volgens sommige psychologen de basis voor verliefdheid)? Als je buik vol zit met vlinders omdat je voor het eerst je vader gaat ontmoeten?
Sta jij opeens oog in oog met iemand, waar je een enorme klik mee voelt, die je onmiddellijk in je armen wilt sluiten, maar die eigenlijk een onbekende voor je is, dan is het mogelijk dat er in je hersens een soort kortsluiting plaatsvindt. Want de enige keer dat ze die samenloop van omstandigheden meemaken is als je verliefd bent! En dus ligt dat gevaar levensgroot op de loer.

De BBC maakte er twee documentaires over: Siblings (in de jaren ’90) en Brothers and Sisters in Love (2008). Een taboe onderwerp, want het lijkt aan incest te raken. Maar waar incest gekenmerkt wordt door ongelijke relaties, machtsmisbruik, gaat het hier om twee mensen die dolgelukkig zijn elkaar te hebben gevonden, die steeds nieuwe dingen in elkaar herkennen die de band sterker maken en die alleen nog maar bij elkaar willen zijn.
Zelf ben ik in 19 jaar ongeveer tien van dit soort situaties tegengekomen, halfbroers en -zusters die gingen samenwonen, zelfs één huwelijk (de halfbroer was nooit erkend door de vader, dus juridisch was er geen verwantschap). Een vader en dochter die samen wegliepen, een moeder en zoon die na de ontmoeting samen in bed belandden en elkaar daarna uit schaamte nooit meer zagen. Een vrouw van 50, die haar vader van 75 voor het eerst opzocht in Canada en totaal overstuur terugkwam… stapelverliefd.
Het nare is dat je op deze manier de kans op een leuke broer-zus relatie of ouder-kind relatie totaal om zeep helpt. De start is dan zò beladen en een potentiële bron voor schaamtegevoelens, dat dit voor altijd tussen de betreffende familieleden in kan blijven staan.

Mijn cliënten kijken me altijd wat raar aan als ik ze voor de ontmoeting waarschuw om niet verliefd te worden op hun broer of zus. Ze geloven niet dat dat zou kunnen, want het is toch familie…
Door mijn waarschuwing zijn ze wel op hun hoede voor verliefde gevoelens. En mochten ze die voelen opkomen, dan moeten ze van mij denken: ach die arme hersens van mij snappen niet dat ik veel van een onbekende kan houden, zonder verliefd te zijn. En die gedachte helpt om de complicaties buiten de deur te houden!

Geen verplichte DNA-test voor geadopteerde jongen

   
Uit het nieuws:  

Een Indiaas echtpaar heeft via de rechtbank verzocht om een DNA test van een in Nederland geadopteerde 12-jarige jongen. Zij denken dat de jongen, die in 2002 werd geadopteerd, hun zoon is. 

Het Indiase stel werd in 1999 beroofd van hun toen tweejarige zoon. Hij zou in een weeshuis terecht zijn gekomen en vervolgens zijn geadopteerd door de Nederlandse man en vrouw, die zich van geen kwaad bewust zijn.Het Indiase echtpaar wilde via DNA-onderzoek laten uitzoeken of de jongen hun zoon is. Ook wilden ze graag contact met hem.

De jongen voelt er niets voor om de test te ondergaan. De rechtbank oordeelde dat zijn belang groter is dan dat van het Indiase stel. Daarom kan hij niet verplicht worden om mee te werken aan de test. Ook het verzoek om contact is afgewezen.

Bron: Novum

Wat een Salomonsoordeel. Bedenk je de wanhoop van de ouders, die door een klein testje weten of ze hun kind hebben teruggevonden of niet. Aan de andere kant de jongen van 12 in Nederland, te jong om geconfronteerd te worden met zijn biologische familie, zeker als die zich door een dergelijk drama bestolen voelen. Nu weet de jongen dat er mensen zijn die denken dat ze zijn ouders zijn. Over een paar jaar wil hij het ook weten, want de huidige gebeurtenissen zijn niet meer terug te draaien en hij zal er altijd aan blijven denken. Hoop dat er goede begeleiding is voor kind en adoptieouders!

Je mogelijke vader laten opgraven voor een DNA test

DNA onderzoek kan uitsluitsel geven bij verwantschapsvragen. Maar soms is het niet zo simpel… Als je een man en een vrouw hebt plus een kind, dan kan met 100% zekerheid (officieel heet dat 99,99%) worden vastgesteld dat het een kind is van deze beide ouders. Er wordt dan een “normale” DNA test gedaan, waarbij het kind alleen kenmerken van beide ouders kan hebben.
Vaak zijn er situaties waarbij er maar één ouder beschikbaar is om te testen, of alleen een halfbroer of halfzus. Afhankelijk van de situatie zou dan een Y-chromosomen test of Mitochondriaal DNA onderzoek kunnen helpen.
Ben je een man en zoek je je vader, dan is hier een tip: Het Y-chromosoom bepaalt dat de baby een jongetje wordt. Dit komt bij meisjes niet voor. Het Y-chromosoom krijg je dus altijd van je vader. Dit stukje DNA wordt steeds van vader op zoon doorgegeven. Het Y-chromosoom blijft daarbij vele generaties lang (praktisch) ongewijzigd. Is je mogelijke vader niet meer in leven, maar had hij een broer, dan kun je deze test ook met hem doen. Zelfs met een verre oom of neef kun je deze test doen, als ze maar allemaal in de mannelijke lijn met elkaar verwant zijn. Als de test aangeeft dat er verwantschap is, mag je eigenlijk alleen de conclusie trekken dat je tot dezelfde familie behoort, het zegt dus niet welke van de mannelijke leden van deze familie je vader is. Uit de sociale context blijkt dan vaak wel wie de vader is geweest, deze man moet ten tijde van je verwekking in de buurt van je moeder zijn geweest ;-).

Je vader opgraven hoeft in zo’n geval dus niet. Zoek gewoon in de stamboom tot je een mannelijk lid van de familie heb gevonden dat nu leeft en vraag hem om de test te doen. In de twee situaties die ik ken, waarin wel graven werden geopend, ging het er om de verwantschap van de overleden man met een mogelijke dochter vast te stellen. In het ene geval was dat zo, in het andere geval niet. Overigens mag dat niet zomaar, vaak komt er een rechterlijke uitspraak aan te pas en moet de burgemeester van de betreffende plaats toestemming geven. Dat gebeurt alleen als er zeer sterke aanwijzingen zijn dat de betrokkenen verwant zijn.

Steeds meer mensen laten hun DNA bepalen en registreren zichzelf in databases. Voor veel mensen is dit een extra dimensie aan de genealogie, het maken van een stamboom. Zie bijvoorbeeld deze website of deze. Er zijn zelfs aparte Y-chromosoom databases. Voor je het weet heb je zo familie gevonden! Over Mitochondriaal DNA en het vinden van je oermoeder een andere keer..

Ik zoek mijn Duitse vader

Hoeveel kinderen van Duitse militairen er in Nederland zijn, daarover verschillen de meningen. Schrijfster en onderzoekster Monika Diederichs (“Wie geschoren wordt moet stilzitten”) heeft het over misschien wel 15.000 kinderen.
Ben je geboren tussen 1941 en januari 1946 en weet je (of denk je) dat je mogelijk het kind van een Duitse soldaat kunt zijn?

De eerste stap is dan om na te gaan of er een dossier over je moeder aanwezig is bij het Archief Bijzondere Rechtspleging in Den Haag. Hoe je dit doet staat hier vermeld . Je hebt in ieder geval een bewijs van overlijden van je moeder nodig of haar schriftelijke toestemming!
In dit dossier kan belangrijke informatie staan over je afkomst, soms zelfs de naam van je vader, zijn geboorteplaats, zijn legernummer. Ook kunnen er allerlei andere dokumenten in het dossier zitten die te maken hebben met je eigen geboorte.

Hier vind je bijvoorbeeld een dokument waarin de Wohlfahrtspflege werd opgedragen een bijdrage voor de bevallingskosten naar de moeder over te maken. Bovendien staat er in dat men in contact staat met de vader om deze het kind officieel te laten erkennen. In dit geval is dat overigens niet gebeurd en alleen op de naam is deze vader helaas niet te vinden. Het is dus niet zeker dat je via deze weg altijd resultaat boekt!

Vind je het niet prettig alleen naar Den Haag te gaan en het dossier in te kijken, dan kan ik met je meegaan. Er staan soms confronterende dingen in, die de manier waarop je naar je moeder -en bijvoorbeeld je opa- keek, voorgoed veranderen. Wil je het dossier liever niet zelf inzien, maar wel weten wat er in staat dan is het mogelijk mij te machtigen voor inzage.

De afgelopen tijd hebben zich ook kleinkinderen van Duitse militairen bij mij gemeld. Die hebben vaak hun hele leven gezien hoe hun moeder of vader gebukt ging onder de situatie. Niet je vader kennen is al moeilijk, maar als het dan ook nog een “foute” man was, een bezetter, dan gaan velen gebukt onder -onterechte- schaamte. Hun kinderen kijken daar veel frisser tegenaan, die zijn gewoon benieuwd naar hun Duitse opa.

Iemand die van mijn vader hield

     De telefoon rinkelde al vroeg. De man aan de telefoon sprak zacht en hij moest aldoor naar woorden zoeken. Uiteindelijk was het mij duidelijk: hij zocht een vrouw, waarvan hij alleen een naam en een woonplaats had van 20 jaar geleden. Kon ik die vinden?
     Of ik die kon vinden is één kant van het verhaal, of ik haar voor deze man wilde vinden was de andere kant. Want waarom zoekt een man die nu dertig jaar oud is een vrouw die hij twintig jaar geleden kende, dus toen hij tien jaar oud was. En waarom weet hij alleen een naam en woonplaats? In welke relatie stonden ze tot elkaar?
     Tijdens het intakegesprek bleek al gauw hoe het zat. Maarten, zoals de man heette, was pas vijf jaar toen zijn ouders gingen scheiden. Het was een echte “vechtscheiding”, zijn moeder liet duidelijk blijken wat een klootzak zijn vader was. Maarten bleef bij zijn moeder wonen en zij stond niet toe dat hij contact had met zijn vader. Ook zijn familie van moeders kant had geen goed woord over voor zijn vader. Ze zeiden vaak dat hij beter af was nu hij alleen bij zijn moeder woonde.
     Toen Maarten tien jaar was overleed zijn vader. Hij mocht niet naar de begrafenis. Zijn vader werd vanaf dat moment helemaal doodgezwegen. Zelf durfde hij zijn vader niet meer ter sprake te brengen. Hij dacht wel vaak aan hem. Af en toe keek hij in het fotoboek naar zijn lachende vader met hem als tweejarige op de arm.


     Nu is het twintig jaar later. Bij het opruimen van het huis van zijn grootouders kwam Maarten een rouwkaart tegen van het overlijden van zijn vader. En op die kaart werd hij “mijn allerliefste verloofde” genoemd en eronder stond “Leeuwarden: Anneke Degeling”.
     Deze Anneke wilde Maarten zoeken, omdat hij iemand wilde spreken die écht van zijn vader had gehouden. Omdat zij hem kon vertellen wat zijn leuke kanten waren, hem kon vertellen waarom ze van hem hield. Waardoor hij eindelijk het gevoel zou kunnen krijgen dat ook hij van zijn vader mocht houden.

Anneke reageerde verbaasd, maar was zeker bereid Maarten te ontvangen om hem meer over zijn vader te vertellen.

Gestolen baby

    Ten tijde van Franco zijn (honderd)duizenden baby’s in Spanje weggehaald bij hun ouders. Of hebben moeders na de geboorte te horen gekregen dat hun baby was overleden, terwijl dit niet zo was. Veel kranten besteden er deze week een kort artikel aan, omdat ca 300 ouders zich hebben verenigd om gezamenlijk een onderzoek te eisen. De Spaanse Justitie wil echter geen onderzoek instellen. 
Individuele families moeten maar elk een aparte aanklacht indienen. Proberen ze zo het schandaal kleiner te maken?
     Er zijn in de geschiedenis meer voorbeelden van babyroof uit ‘morele’ gronden, zoals bij de inheemse bevolking van Australië. In de door Engelsen gerunde kindertehuizen heersten verschrikkelijke toestanden. Ooit de indrukwekkende film Rabbit-proof Fence gezien? De Engelsen ‘exporteerden’ ook baby’s uit hun vaderland naar Australië, geroofd van ‘unfit mothers’.

      Na de tijd van Franco zouden deze praktijken in Spanje zijn voortgezet door hulpverleners die er dik aan verdienden.  Ook in onze eigen geschiedenis zijn er zwarte bladzijden. Adoptie uit Indonesie bijvoorbeeld verliep niet altijd volgens de regels. Ooit had ik te maken met een zoekactie naar een moeder door twee jongens, die samen in Nederland waren geadopteerd, een tweeling. Toen ik contact kreeg met de moeder hield ze vol dat het niet kon kloppen, want haar ene zoon was overleden. Haar verhaal was stuitend: omdat een van de tweeling ziek was, stelde een maatschappelijk werkster voor hem ‘naar het Westen’ te laten adopteren. De moeder kon de medische kosten niet betalen en na adoptie zou haar zoon alle zorg krijgen die nodig was. Een tijdje later kwam de hulpverleenster terug. Haar zoon was overleden, zei ze, en er waren al aanzienlijke medische kosten voor hem gemaakt. Zij moest alsnog betalen of haar andere zoon meegeven. De moeder had geen geld, dus geen keus. De twee jongens werden vervolgens als tweeling geadopteerd door een Nederlandse familie, die geen weet had van het drama dat zich had afgespeeld.

     In Spanje gaat het misschien wel om 300.000 kinderen. Wie zal het zeggen, want een deel kreeg een andere identiteit en is zich niet bewust van het feit dat ze niet bij hun biologische ouders opgroeien. En mochten ze dat gevoel wel hebben, dan is er een officieel geboortebewijs om hun ongelijk aan te tonen. De beste oplossing is een grote DNA databank, waarin alle getroffen families en twijfelende kinderen hun DNA kunnen laten registreren. Zou de Spaanse regering daar subsidie voor willen geven?