Niet weten wie je vader is 4.0

De laatste tijd drong zich geregeld een vraag aan mij op: Niet weten wie je vader is, zijn daar nog gradaties in? Maakt de situatie waarin je zit nog verschil in hoe je dat ervaart? En ik ben er uit: ja, er is verschil tussen niet weten wie je vader is of niet weten wie je vader is.
Ik maak verschil tussen 4 situaties:

Situatie 1: Stel je ouders zijn gescheiden toen je 2 was en sindsdien heb je je vader nooit meer gezien. Dan ken je je vader niet, maar je weet wel wie hij was, je hebt een naam, een verhaal, een geboortedatum, de kans om gericht te zoeken.

vaderpuzzel

Situatie 2: Stel je moeder werd per ongeluk zwanger en haar vriendje wilde er niets mee te maken hebben. Ze weet alleen nog maar dat hij Gijs heette. Ook dan heb je mogelijkheden om te zoeken, je kent een voornaam, de periode dat ze zwanger werd en mogelijk ook hoe je ouders elkaar hebben ontmoet. Uitgaan, school, gemeenschappelijke vrienden, werk, uit de buurt. Allemaal aanknopingspunten.

Situatie 3: Er zijn ook moeders die niet kunnen (of willen) zeggen hoe de man heet van wie ze zwanger werden. Dan heb je toch een paar belangrijke aanknopingspunten: waar was je moeder, wie kende je moeder, wat deed je moeder, op het moment dat ze zwanger werd. Dan maken we een reconstructie van haar leven, 9 maanden voor je geboorte.

Allemaal lastige situaties, maar je kunt er iets mee. Je kunt op onderzoek uit, mensen bevragen die je moeder gekend hebben, in archieven opzoeken wie de buren waren, en nog veel meer.

silhouetvader

Situatie 4: Inmiddels ken ik nog een andere categorie kinderen die hun vader niet kennen: donorkinderen. Hier is iets bijzonders mee aan de hand. In de hierboven genoemde situaties is steeds een kind per ongeluk verwekt of bedoeld binnen een relatie. Een donorkind is in dit leven terecht gekomen door de uitdrukkelijke wens een kind te hebben, in een situatie waarin het niet op de gewone manier lukte of kon. Dus is er een kind gefabriceerd.
Je zou kunnen zeggen een dermate dringende kinderwens van een vrouw, dat het niet uitmaakte van wie.

Echtparen, van wie de man geen kind kon verwekken, lesbische ouders, vrouwen alleen. Bij die laatste twee groepen is het duidelijk dat er gebruik gemaakt is van een donor, in die eerste situatie niet. Sterker nog, medici drongen er op aan het niet aan hun familie, laat staan aan het kind, te vertellen. Net zoals bij adoptie werd er geschermd met vooral veel liefde geven, dan zou het kind er niets van merken. Ten eerste blijkt dit laatste lang niet altijd te kloppen en vaak komt de informatie toch bij het kind, via familie of na een ruzie. Soms pas als je al boven de 30 of 40 bent en zelf kinderen hebt. Wat een schok.

Een donorkind weet niet wie zijn of haar vader is. Dit is een bewuste keus geweest, van wensouders, artsen en donoren. De vierde partij, de kinderen, is opgezadeld met een erfenis, voortkomend uit de dringende kinderwens van de ouder(s). Die wens was zo heftig en zo legitiem, dat niemand er over nadacht of dat ook was wat het kind wilde.
Inmiddels zijn we wel doordrongen van het feit dat iedereen er recht op heeft zijn afkomst te kennen, te weten van wie je de helft van je genen hebt, inclusief je talenten en je rare trekjes.

Archieven van artsen zijn weggegooid of verbrand of niet toegankelijk. Twee jaar geleden had ik dit stukje heel dramatisch besloten met de conclusie dat deze groep kinderen die hun vader niet kent, helaas geen mogelijkheden heeft om te zoeken.

Maar er is GOED NIEUWS!

Door de huidige genetische genealogie testen (Ancestry, 23andMe en FamilytreeDNA) kun je een DNA profiel laten maken van 22 chromosomen (autosomaal DNA). Daarbij worden ruim 700.000 markers getest. Doordat er zo gedetailleerd getest wordt en zo veel, kun je conclusies trekken uit de vergelijking met andere profielen. Heb je met iemand 5% DNA overeenkomstig, dan weet je zeker dat je een gemeenschappelijke voorouder hebt.

overgrootouders LeijsEen (bet)overgrootouder bijvoorbeeld. Door het maken van een stamboom (van degene met wie je DNA overeenkomt) kom je na lang speuren je eigen biologische vader tegen!

En het werkt! De eerste spermadonor heb ik via deze werkwijze al gevonden!
Je moet een beetje geluk hebben dat een familielid al in een DNA database stond, bijvoorbeeld een achterkleinkind van een geëmigreerde broer van de opa van je donor. Naarmate er meer mensen hun profiel in een van de databases laten opnemen, wordt de kans groter dat je je onbekende vader vindt.

Mijn wens voor 2017: Nederland massaal aan de DNA test! Doe je het niet voor jezelf, doe het dan om anderen te helpen hun afkomst te ontdekken.
Meer informatie: www.familiezoeken.nl/dna

(Je kunt ook andere dingen ontdekken, zoals dat je moeder een andere vader had dan ze dacht, of dat zij ooit een kind heeft afgestaan, dat nu op zoek is. Of dat je zus je halfzus blijkt te zijn. Daarover een andere keer meer.)

 

Wie is mijn vader? De rol van DNA onderzoek

Leve de technologische vooruitgang, leve de genetica! Met de juiste test kun je zeker weten of iemand wel of niet je vader is. Maar zo simpel als het lijkt, is het vaak niet.

Twee bijzondere zaken gisteravond bij het NCRV televisieprogramma DNA Onbekend. Een vrouw op zoek naar haar vader en een man die voor eens en altijd een einde wilde maken aan de speculaties: ben ik nu wel of niet een kind van mijn opa.

Ook ik heb te maken gehad met dit soort zaken, incest dus! Waarbij de opa/vader soms al is overleden of al heel oud. Als je dan de uitslag krijgt dat je opa inderdaad ook je vader is, dan heeft dat overweldigende gevolgen. En alhoewel je onzekerheid dan is weggenomen, krijg je er weer een heel nieuw innerlijk conflict voor in de plaats.

Wat gaat de boventoon voeren? Je loyaliteit aan je moeder, die tegen haar zin sexueel is misbruikt door haar eigen vader; je weerzin tegen iemand die dat zijn eigen kind aan doet; je behoefte aan het erkennen van je eigen vader; de goede herinneringen aan de band met zijn (toen nog) opa, die veel met hem optrok en hem veel leerde? Als je jezelf de zoon van een ‘viezerik’ vindt, wat doet dat voor je eigenwaarde? Bovendien is je moeder, die niet aan het onderzoek mee wilde werken, opeens ook je halfzus en met je tantes heb je opeens meer gemeen dan je zou willen. Een emotionele achtbaan, waarbij goede begeleiding een ‘must’ is om hier met zo min mogelijk beschadigingen uit te komen.

In het andere geval werd een vrouw getest met een man, die een relatie met haar moeder had gehad. Maar hij was mogelijk niet de enige, bleek uit het filmpje. Hier was het antwoord van de test: deze man was niet haar vader. Dat lijkt een enorme domper, maar bij dit soort onderzoek geldt dat een ‘nee’ ook heel waardevol is. Je weet nu zeker dat deze weg niet de juiste was en dat je elders moet zoeken. Dat zoeken is een vak op zich, je moet dan een betrouwbare reconstructie maken van het leven van de moeder toen ze zwanger werd. Niet alleen afgaan op verhalen van bekenden, maar ook contact zoeken met vroegere buren of collega’s bijvoorbeeld. Die weten vaak meer dan je zou denken… In dit geval reageerde de dochter aangeslagen, ze ging nu stoppen met zoeken, maar hoopte wel dat mensen zouden reageren als ze meer wisten. Het kan even duren, maar dan gaat ze vast en zeker door met zoeken, want dat innerlijke stemmetje krijg je niet gemakkelijk stil.

De conclusie is duidelijk: DNA onderzoek is superbelangrijk, omdat het duidelijkheid verschaft. Ik ben altijd vóór onderzoek, omdat ‘niet-weten’, het je hele leven rondlopen met vraagtekens in je hoofd, volgens mij schadelijker is dan ‘weten’. Zonder gedegen onderzoek en een goede nazorg kan alleen DNA onderzoek ook schade aanrichten of zinloos zijn. Zoals in het geval van een test tussen een man en zijn tante, waarbij geen eenduidige conclusie over hun verwantschap mogelijk was. Weggegooid geld. Daarom moeten onderzoekers, laboratoria en therapeuten goed samenwerken, zodat het nieuwe ‘weten’ de zoekende persoon echt ten goede komt.

Op veler verzoek laten wij het DNA onderzoek overigens vaak anoniem uitvoeren, bij het laboratorium is dan niet bekend van wie het geteste DNA is. Handig voor mensen die bang zijn dat hun gegevens tegen hun wil in een databank opgenomen worden!

 

Foto’s Consanguinitas, met dank

Update zoekactie Wilko

Op maandag 30 mei stond er een artikel in de Telegraaf (artikel binnenkort hier te lezen). In Zeeland werd meteen gereageerd door de PZC, de Provinciale Zeeuwse Courant, die het bericht in hun videonieuws van 10 uur ‘s ochtends plaatste op de website www.z2.nl (Zeeland in twee minuten). Op 31 mei verscheen dit artikel in de Provinciale Zeeuwse Courant.

In het avondnieuws van 22uur was Wilko iets uitgebreider te zien en kwam daarbij ook zelf aan het woord. Van het geheel maakt de PZC een filmpje voor op hun website:

Wilko zoekt zijn vader

Wilko’s vader weet niet dat hij een zoon heeft en Wilko weet niet hoe zijn vader heet. Daarom hebben we hulp nodig van zoveel mogelijk mensen die deze oproep verspreiden en ons tips geven!
Wilko weet twee dingen over zijn vader: dat hij uit Noord Brabant kwam en dat hij in 1967 in Cadzand kampeerde. Toen moet hij ongeveer 19-24 jaar geweest zijn. De man die we zoeken is dus een Brabander, die nu tussen de 62 en 68 jaar oud is. Kwam u in de jaren ’60 ook in Cadzand op Camping Welgelegen? Dan heeft u misschien de gouden tip in handen!
Bekijk hier een presentatie over de zoekactie, inclusief jeugdfoto’s van Wilko. Misschien lijkt hij heel erg op iemand die u kent? Laat het ons weten!

Wilko zelf zijn verhaal zien en horen vertellen?

Iemand die van mijn vader hield

     De telefoon rinkelde al vroeg. De man aan de telefoon sprak zacht en hij moest aldoor naar woorden zoeken. Uiteindelijk was het mij duidelijk: hij zocht een vrouw, waarvan hij alleen een naam en een woonplaats had van 20 jaar geleden. Kon ik die vinden?
     Of ik die kon vinden is één kant van het verhaal, of ik haar voor deze man wilde vinden was de andere kant. Want waarom zoekt een man die nu dertig jaar oud is een vrouw die hij twintig jaar geleden kende, dus toen hij tien jaar oud was. En waarom weet hij alleen een naam en woonplaats? In welke relatie stonden ze tot elkaar?
     Tijdens het intakegesprek bleek al gauw hoe het zat. Maarten, zoals de man heette, was pas vijf jaar toen zijn ouders gingen scheiden. Het was een echte “vechtscheiding”, zijn moeder liet duidelijk blijken wat een klootzak zijn vader was. Maarten bleef bij zijn moeder wonen en zij stond niet toe dat hij contact had met zijn vader. Ook zijn familie van moeders kant had geen goed woord over voor zijn vader. Ze zeiden vaak dat hij beter af was nu hij alleen bij zijn moeder woonde.
     Toen Maarten tien jaar was overleed zijn vader. Hij mocht niet naar de begrafenis. Zijn vader werd vanaf dat moment helemaal doodgezwegen. Zelf durfde hij zijn vader niet meer ter sprake te brengen. Hij dacht wel vaak aan hem. Af en toe keek hij in het fotoboek naar zijn lachende vader met hem als tweejarige op de arm.


     Nu is het twintig jaar later. Bij het opruimen van het huis van zijn grootouders kwam Maarten een rouwkaart tegen van het overlijden van zijn vader. En op die kaart werd hij “mijn allerliefste verloofde” genoemd en eronder stond “Leeuwarden: Anneke Degeling”.
     Deze Anneke wilde Maarten zoeken, omdat hij iemand wilde spreken die écht van zijn vader had gehouden. Omdat zij hem kon vertellen wat zijn leuke kanten waren, hem kon vertellen waarom ze van hem hield. Waardoor hij eindelijk het gevoel zou kunnen krijgen dat ook hij van zijn vader mocht houden.

Anneke reageerde verbaasd, maar was zeker bereid Maarten te ontvangen om hem meer over zijn vader te vertellen.