Geen verplichte DNA-test voor geadopteerde jongen

   
Uit het nieuws:  

Een Indiaas echtpaar heeft via de rechtbank verzocht om een DNA test van een in Nederland geadopteerde 12-jarige jongen. Zij denken dat de jongen, die in 2002 werd geadopteerd, hun zoon is. 

Het Indiase stel werd in 1999 beroofd van hun toen tweejarige zoon. Hij zou in een weeshuis terecht zijn gekomen en vervolgens zijn geadopteerd door de Nederlandse man en vrouw, die zich van geen kwaad bewust zijn.Het Indiase echtpaar wilde via DNA-onderzoek laten uitzoeken of de jongen hun zoon is. Ook wilden ze graag contact met hem.

De jongen voelt er niets voor om de test te ondergaan. De rechtbank oordeelde dat zijn belang groter is dan dat van het Indiase stel. Daarom kan hij niet verplicht worden om mee te werken aan de test. Ook het verzoek om contact is afgewezen.

Bron: Novum

Wat een Salomonsoordeel. Bedenk je de wanhoop van de ouders, die door een klein testje weten of ze hun kind hebben teruggevonden of niet. Aan de andere kant de jongen van 12 in Nederland, te jong om geconfronteerd te worden met zijn biologische familie, zeker als die zich door een dergelijk drama bestolen voelen. Nu weet de jongen dat er mensen zijn die denken dat ze zijn ouders zijn. Over een paar jaar wil hij het ook weten, want de huidige gebeurtenissen zijn niet meer terug te draaien en hij zal er altijd aan blijven denken. Hoop dat er goede begeleiding is voor kind en adoptieouders!

Gestolen baby

    Ten tijde van Franco zijn (honderd)duizenden baby’s in Spanje weggehaald bij hun ouders. Of hebben moeders na de geboorte te horen gekregen dat hun baby was overleden, terwijl dit niet zo was. Veel kranten besteden er deze week een kort artikel aan, omdat ca 300 ouders zich hebben verenigd om gezamenlijk een onderzoek te eisen. De Spaanse Justitie wil echter geen onderzoek instellen. 
Individuele families moeten maar elk een aparte aanklacht indienen. Proberen ze zo het schandaal kleiner te maken?
     Er zijn in de geschiedenis meer voorbeelden van babyroof uit ‘morele’ gronden, zoals bij de inheemse bevolking van Australië. In de door Engelsen gerunde kindertehuizen heersten verschrikkelijke toestanden. Ooit de indrukwekkende film Rabbit-proof Fence gezien? De Engelsen ‘exporteerden’ ook baby’s uit hun vaderland naar Australië, geroofd van ‘unfit mothers’.

      Na de tijd van Franco zouden deze praktijken in Spanje zijn voortgezet door hulpverleners die er dik aan verdienden.  Ook in onze eigen geschiedenis zijn er zwarte bladzijden. Adoptie uit Indonesie bijvoorbeeld verliep niet altijd volgens de regels. Ooit had ik te maken met een zoekactie naar een moeder door twee jongens, die samen in Nederland waren geadopteerd, een tweeling. Toen ik contact kreeg met de moeder hield ze vol dat het niet kon kloppen, want haar ene zoon was overleden. Haar verhaal was stuitend: omdat een van de tweeling ziek was, stelde een maatschappelijk werkster voor hem ‘naar het Westen’ te laten adopteren. De moeder kon de medische kosten niet betalen en na adoptie zou haar zoon alle zorg krijgen die nodig was. Een tijdje later kwam de hulpverleenster terug. Haar zoon was overleden, zei ze, en er waren al aanzienlijke medische kosten voor hem gemaakt. Zij moest alsnog betalen of haar andere zoon meegeven. De moeder had geen geld, dus geen keus. De twee jongens werden vervolgens als tweeling geadopteerd door een Nederlandse familie, die geen weet had van het drama dat zich had afgespeeld.

     In Spanje gaat het misschien wel om 300.000 kinderen. Wie zal het zeggen, want een deel kreeg een andere identiteit en is zich niet bewust van het feit dat ze niet bij hun biologische ouders opgroeien. En mochten ze dat gevoel wel hebben, dan is er een officieel geboortebewijs om hun ongelijk aan te tonen. De beste oplossing is een grote DNA databank, waarin alle getroffen families en twijfelende kinderen hun DNA kunnen laten registreren. Zou de Spaanse regering daar subsidie voor willen geven?