Boris en Poekie in je testament?

BorisNetwerk Notarissen legt een gevoelige zaak bloot: als iemand (een alleenstaande) overlijdt, wat gebeurt er dan met de hond en/of de kat? “Regel het, mensen, anders is een asiel of een spuitje hun voorland!” Seriously?

Dit is niet alleen onnodig, maar ook enorm onhandig. Krijg je na 3 jaar ruzie met die lieve buurvrouw die Boris zou opvangen, dan moet je je testament weer veranderen… In de praktijk blijkt snel genoeg of er iemand is uit de buurt of een familielid, die de hond, kat of kanarie kan verzorgen. En als dat niet zo is, dan verandert ook een testament daar niets aan. Geld nalaten aan je huisdier? Volkomen onzinnig! (dan weet ik nog wel een betere bestemming..)

Jammer dat de notarissen het onderwerp niet wat breder getrokken hebben: regel in je testament al je “unfinished business”. En daar kunnen voor mijn part Boris en Poekie ook bij:lastwill

Hierbij verklaar ik, Maria Wilhelmina Sterk, dat het mijn wens is dat Boris na mijn dood wordt opgevangen door mijn buurvrouw Mia. Voor mijn zoon Herman heb ik het volgende bericht: Zoals je weet zijn je vader en ik getrouwd toen jij 3 maanden oud was. Ik kende je vader toen pas een half jaar, jij hebt dus een andere biologische vader. Het was mijn baas bij de Hema, hij was getrouwd en had al twee kinderen. Zijn naam is Herman van der Moolen, toen was hij 32 jaar en woonde op de Kerkstraat 3, 1-hoog. Voor mijn dochter Marja heb ik ook een bericht: het klopt dat er van jou geen babyfoto’s zijn tot je ongeveer 8 maanden was, hierover heb je al vaak vragen gesteld. Dat komt omdat je geadopteerd bent. Je echte moeder is mijn nichtje Klaartje, die in Groningen ” in het leven” zat. Vraag aan tante Mar maar hoe je haar kunt bereiken, als je dat wilt. Al mijn geheimen zijn nu verteld en ik hoop dat jullie me niet kwalijk nemen dat ik dit jullie niet eerder durfde te vertellen. Ik wist niet hoe ik dat moest doen.

Wie is mijn vader? De rol van DNA onderzoek

Leve de technologische vooruitgang, leve de genetica! Met de juiste test kun je zeker weten of iemand wel of niet je vader is. Maar zo simpel als het lijkt, is het vaak niet.

Twee bijzondere zaken gisteravond bij het NCRV televisieprogramma DNA Onbekend. Een vrouw op zoek naar haar vader en een man die voor eens en altijd een einde wilde maken aan de speculaties: ben ik nu wel of niet een kind van mijn opa.

Ook ik heb te maken gehad met dit soort zaken, incest dus! Waarbij de opa/vader soms al is overleden of al heel oud. Als je dan de uitslag krijgt dat je opa inderdaad ook je vader is, dan heeft dat overweldigende gevolgen. En alhoewel je onzekerheid dan is weggenomen, krijg je er weer een heel nieuw innerlijk conflict voor in de plaats.

Wat gaat de boventoon voeren? Je loyaliteit aan je moeder, die tegen haar zin sexueel is misbruikt door haar eigen vader; je weerzin tegen iemand die dat zijn eigen kind aan doet; je behoefte aan het erkennen van je eigen vader; de goede herinneringen aan de band met zijn (toen nog) opa, die veel met hem optrok en hem veel leerde? Als je jezelf de zoon van een ‘viezerik’ vindt, wat doet dat voor je eigenwaarde? Bovendien is je moeder, die niet aan het onderzoek mee wilde werken, opeens ook je halfzus en met je tantes heb je opeens meer gemeen dan je zou willen. Een emotionele achtbaan, waarbij goede begeleiding een ‘must’ is om hier met zo min mogelijk beschadigingen uit te komen.

In het andere geval werd een vrouw getest met een man, die een relatie met haar moeder had gehad. Maar hij was mogelijk niet de enige, bleek uit het filmpje. Hier was het antwoord van de test: deze man was niet haar vader. Dat lijkt een enorme domper, maar bij dit soort onderzoek geldt dat een ‘nee’ ook heel waardevol is. Je weet nu zeker dat deze weg niet de juiste was en dat je elders moet zoeken. Dat zoeken is een vak op zich, je moet dan een betrouwbare reconstructie maken van het leven van de moeder toen ze zwanger werd. Niet alleen afgaan op verhalen van bekenden, maar ook contact zoeken met vroegere buren of collega’s bijvoorbeeld. Die weten vaak meer dan je zou denken… In dit geval reageerde de dochter aangeslagen, ze ging nu stoppen met zoeken, maar hoopte wel dat mensen zouden reageren als ze meer wisten. Het kan even duren, maar dan gaat ze vast en zeker door met zoeken, want dat innerlijke stemmetje krijg je niet gemakkelijk stil.

De conclusie is duidelijk: DNA onderzoek is superbelangrijk, omdat het duidelijkheid verschaft. Ik ben altijd vóór onderzoek, omdat ‘niet-weten’, het je hele leven rondlopen met vraagtekens in je hoofd, volgens mij schadelijker is dan ‘weten’. Zonder gedegen onderzoek en een goede nazorg kan alleen DNA onderzoek ook schade aanrichten of zinloos zijn. Zoals in het geval van een test tussen een man en zijn tante, waarbij geen eenduidige conclusie over hun verwantschap mogelijk was. Weggegooid geld. Daarom moeten onderzoekers, laboratoria en therapeuten goed samenwerken, zodat het nieuwe ‘weten’ de zoekende persoon echt ten goede komt.

Op veler verzoek laten wij het DNA onderzoek overigens vaak anoniem uitvoeren, bij het laboratorium is dan niet bekend van wie het geteste DNA is. Handig voor mensen die bang zijn dat hun gegevens tegen hun wil in een databank opgenomen worden!

 

Foto’s Consanguinitas, met dank

Verliefd op je broer

Wat in bijgaand artikel wordt afgeschilderd als een curiositeit, is natuurlijk helemaal niet grappig!
De kans dat deze vrouw en man tijdens de drie maanden chatten verliefde gevoelens hebben ontwikkeld is groot. Nu ze elkaar hebben ontmoet is de klik misschien wel nog groter. En wat doe je dan met die gevoelens? Wegstoppen en de ander alleen nog maar als zus of broer zien? Je leven is opeens wel heel erg gecompliceerd!

Groei je samen met je broer of zus op, ken je je vader en je moeder al je hele leven, dan zullen normaal gesproken dit soort gevoelens geen kans krijgen. Maar wat, als je elkaar pas later voor het eerst ziet? Als je veel in de ander herkent van jezelf (volgens sommige psychologen de basis voor verliefdheid)? Als je buik vol zit met vlinders omdat je voor het eerst je vader gaat ontmoeten?
Sta jij opeens oog in oog met iemand, waar je een enorme klik mee voelt, die je onmiddellijk in je armen wilt sluiten, maar die eigenlijk een onbekende voor je is, dan is het mogelijk dat er in je hersens een soort kortsluiting plaatsvindt. Want de enige keer dat ze die samenloop van omstandigheden meemaken is als je verliefd bent! En dus ligt dat gevaar levensgroot op de loer.

De BBC maakte er twee documentaires over: Siblings (in de jaren ’90) en Brothers and Sisters in Love (2008). Een taboe onderwerp, want het lijkt aan incest te raken. Maar waar incest gekenmerkt wordt door ongelijke relaties, machtsmisbruik, gaat het hier om twee mensen die dolgelukkig zijn elkaar te hebben gevonden, die steeds nieuwe dingen in elkaar herkennen die de band sterker maken en die alleen nog maar bij elkaar willen zijn.
Zelf ben ik in 19 jaar ongeveer tien van dit soort situaties tegengekomen, halfbroers en -zusters die gingen samenwonen, zelfs één huwelijk (de halfbroer was nooit erkend door de vader, dus juridisch was er geen verwantschap). Een vader en dochter die samen wegliepen, een moeder en zoon die na de ontmoeting samen in bed belandden en elkaar daarna uit schaamte nooit meer zagen. Een vrouw van 50, die haar vader van 75 voor het eerst opzocht in Canada en totaal overstuur terugkwam… stapelverliefd.
Het nare is dat je op deze manier de kans op een leuke broer-zus relatie of ouder-kind relatie totaal om zeep helpt. De start is dan zò beladen en een potentiële bron voor schaamtegevoelens, dat dit voor altijd tussen de betreffende familieleden in kan blijven staan.

Mijn cliënten kijken me altijd wat raar aan als ik ze voor de ontmoeting waarschuw om niet verliefd te worden op hun broer of zus. Ze geloven niet dat dat zou kunnen, want het is toch familie…
Door mijn waarschuwing zijn ze wel op hun hoede voor verliefde gevoelens. En mochten ze die voelen opkomen, dan moeten ze van mij denken: ach die arme hersens van mij snappen niet dat ik veel van een onbekende kan houden, zonder verliefd te zijn. En die gedachte helpt om de complicaties buiten de deur te houden!

Ik zoek mijn Duitse vader

Hoeveel kinderen van Duitse militairen er in Nederland zijn, daarover verschillen de meningen. Schrijfster en onderzoekster Monika Diederichs (“Wie geschoren wordt moet stilzitten”) heeft het over misschien wel 15.000 kinderen.
Ben je geboren tussen 1941 en januari 1946 en weet je (of denk je) dat je mogelijk het kind van een Duitse soldaat kunt zijn?

De eerste stap is dan om na te gaan of er een dossier over je moeder aanwezig is bij het Archief Bijzondere Rechtspleging in Den Haag. Hoe je dit doet staat hier vermeld . Je hebt in ieder geval een bewijs van overlijden van je moeder nodig of haar schriftelijke toestemming!
In dit dossier kan belangrijke informatie staan over je afkomst, soms zelfs de naam van je vader, zijn geboorteplaats, zijn legernummer. Ook kunnen er allerlei andere dokumenten in het dossier zitten die te maken hebben met je eigen geboorte.

Hier vind je bijvoorbeeld een dokument waarin de Wohlfahrtspflege werd opgedragen een bijdrage voor de bevallingskosten naar de moeder over te maken. Bovendien staat er in dat men in contact staat met de vader om deze het kind officieel te laten erkennen. In dit geval is dat overigens niet gebeurd en alleen op de naam is deze vader helaas niet te vinden. Het is dus niet zeker dat je via deze weg altijd resultaat boekt!

Vind je het niet prettig alleen naar Den Haag te gaan en het dossier in te kijken, dan kan ik met je meegaan. Er staan soms confronterende dingen in, die de manier waarop je naar je moeder -en bijvoorbeeld je opa- keek, voorgoed veranderen. Wil je het dossier liever niet zelf inzien, maar wel weten wat er in staat dan is het mogelijk mij te machtigen voor inzage.

De afgelopen tijd hebben zich ook kleinkinderen van Duitse militairen bij mij gemeld. Die hebben vaak hun hele leven gezien hoe hun moeder of vader gebukt ging onder de situatie. Niet je vader kennen is al moeilijk, maar als het dan ook nog een “foute” man was, een bezetter, dan gaan velen gebukt onder -onterechte- schaamte. Hun kinderen kijken daar veel frisser tegenaan, die zijn gewoon benieuwd naar hun Duitse opa.